Waarom zijn we zo vies van een beetje boosheid?
Hier pleit mijn collega Jop voor het belang van vrede sluiten met je boosheid. En deze emotie vooral te gebruiken om leiderschap te nemen over je eigen leven. Dat boosheid een signaal is dat er over je grenzen is gegaan. Door jezelf, de ander of door een situatie. En dat je, als je op constructieve wijze je boosheid gebruikt om invloed uit te oefenen op jezelf, de ander of de situatie, bijdraagt aan een iets mooiere wereld.
Maar waarom zijn we zo vies van een beetje boosheid? Wat maakt het dat we in deze huidige maatschappij zoveel dedain, angst of oordelen hebben op deze emotie en de mensen die het ervaren? Jop legt goed uit in het filmpje dat deze emotie nodig is om grenzen te stellen, iets voor elkaar te krijgen, kracht te voelen om het leven aan te pakken. Wie wil dat nou niet?
Ik denk dat het te maken heeft met twee grote thema’s. De manier waarop we naar emoties kijken in het algemeen en onze manier van kijken naar boosheid in het bijzonder.
Maakbaarheid versus verandering
Emoties gaan over. Net als alles in het leven overgaat. Ophoudt te bestaan. Sterfelijk is. Gedoemd om uiteindelijk in het niets te verdwijnen. Die eindigheid hebben we als mens tot iets heel vreselijks gemaakt. We hebben liever niet dat dingen veranderen. Omdat dat zo raakt aan de naaktheid van ons bestaan. Vanuit de illusie van de maakbaarheid van het leven denken we dus ook onterecht dat emoties ook blijven voortbestaan. Daarom denken we dat als we boosheid, verdriet of welke negatieve emotie dan ook, ervaren en toe zouden laten, we voor altijd daarin blijven hangen. Dat is natuurlijk niet zo. Dat weten we ergens wel. (Check daarover dit blogje dat ik ooit schreef). Maar toch staat het ons door die maakbaarheidsillusie in de weg en vinden we het moeilijk onszelf over te geven aan wat zich NU aandient. En zullen we met en man en macht weerstand bieden aan dat NU.
Boosheid en toxische mannelijkheid
Waarom we zo’n hekel hebben aan boosheid in het bijzonder, is omdat deze emotie een masculiene energie met zich meebrengt. Masculiene energie is er om iets voor elkaar te krijgen, iets tot een einde te brengen, een punt te zetten. Dat is heel gezond en nodig om zaken te manifesteren in het leven. Maar omdat we door de eeuwen heen zoveel uit dit vaatje hebben getapt, hebben we de wereld ook met veel van de toxische variant van deze energie gevuld. Met oorlog, agressie en ongebreidelde groei zonder rekening te houden met de wereld, de aarde en elkaar. Dat maakt ook dat mannen van nu en mensen in het algemeen erg hun best doen om die toxische mannelijkheid te onderdrukken. En vooral hun gevoeligheid, inlevingsvermogen en contactvaardigheid te ontwikkelen. En daarmee het kind met het badwater weg te gooien. Boosheid is dus per definitie in onze beleving gevaarlijk en toxisch. Daarmee vergeten we onze gezonde mannelijke energie te erkennen, te respecteren en ook in te zetten voor iets moois.
Het devies is dus, zoals Jop al aangaf, om ervan uit te gaan dat elke emotie voorbij gaat. En dat je er maar beter aandacht voor kan hebben. Er op een constructieve manier handen en voeten aan geeft. En daarnaast vertrouwen te kweken in onze eigen mannelijke energie. Dat deze mooi, krachtig en liefdevol is.
Dus vraag jezelf af…ben je nooit boos? Of voel je ‘m gewoon niet?