“Laat liefde het laatste woord hebben”
Anke Tusveld
“Laat liefde het laatste woord hebben”
– Anke Tusveld, leiderschaps-expert-
In aanloop naar de leiderschaps-expeditie in Mongolië, laten we je kennismaken met de mensen achter het programma Pionieren in Leiderschap. Hoe is het idee om naar Mongolië te gaan eigenlijk ontstaan? Wat betekent samen zijn en hoe pionieren zij zelf in hun dagelijks leven? Dat bespreken we in een drieluik samen met Ralph Blom, directeur bij Van Harte & Lingsma en hoofdtrainer en leiderschapscoach Anke Tusveld.
In het derde en laatste deel van dit drieluik gaan Ralph Blom en Anke Tusveld met elkaar in gesprek over de drijvende kracht die zit achter alles wat ze doen: liefde.
Anke: ‘Ik heb jarenlang in het buitenland gewoond. In Amerika en in China. Ook heb ik veel gereisd en groepsreizen begeleid. Tijdens die reizen heb ik spannende dingen meegemaakt. Zo zat ik een keer met twee kleine, hongerige kinderen om 4 uur ’s nachts op een klein vliegveld in China. Ik had géén idee wanneer ons vliegtuig zou gaan. Nou, daar zit je dan. Ik kan je verzekeren dat zoiets een beroep doet op je geduld, je veerkracht en je flexibiliteit als mens!’
Ralph: ‘Een uitdaging om in het hier en nu te werken met wat er is.. Echt ja zeggen tegen het avontuur dat reizen met zich meebrengt.’
Anke: ‘Zeker. De ervaring dat wat er ook gebeurt je je wel redt, heeft me de les geleerd dat het altijd wel goed komt. Ik zeg dat regelmatig tegen mijn kinderen. En het grappige is dat nu ik dit zo hardop tegen jou zeg, ik het ineens eng vindt om uit te spreken. Dan zegt er zo’n stemmetje in mijn hoofd: don’t jinx it!’
Ralph: ‘Veel leiderschapsprogramma’s zijn gericht op individuele ontwikkeling en op hoe jij als persoon meer leiderschap kunt pakken. Om zo de switch te maken van ‘het overkomt mij’ naar ‘ik heb de regie’. Als je als leider eenmaal het punt bereikt dat je inderdaad de regie hebt, dan ontstaat er ruimte om dienend te zijn. Zowel voor je organisatie als voor je omgeving. Dan kom je meer los van je ego en kun je jezelf de vraag stellen: waarom doe ik de dingen die ik doe? Wat kan ik de wereld geven?’
Anke: “Als mens zijn we geneigd weg te rennen voor pijn en ongemak. Maar door het juist de ruimte te geven en erdoorheen te zakken, vind je weer de basis in jezelf.”
Ralph: ‘Dat stemmetje kennen we denk ik allemaal wel. Het is uitdagend om niet met die gedachten mee te gaan, maar in plaats daarvan de onderliggende angst zonder oordeel te voelen en ruimte te geven. Ik ben benieuwd Anke, ben je weleens bang? En zo ja, wat doe je dan?’
Anke: ‘Ik ben zeker wel eens bang ja. Niet zo zeer in mijn dagelijks leven of op reis, dan kan ik altijd terugvallen op dat innerlijke vertrouwen dat ik me wel red. Maar ik kan me wel zorgen maken over de uitdagingen waar we als mensheid voor staan. Het kan me soms ineens naar de keel grijpen.’
‘Wat ik dan doe? Huilen. En me heel machteloos voelen. Om vervolgens, net wat je zegt, dat gevoel volledig de ruimte te geven. Dat is niet perse comfortabel, omdat je eerste beweging als mens toch is om weg te rennen van pijn en ongemak. Maar door erdoorheen te zakken, vind ik weer de basis in mezelf. Dan kan ik weer opstaan. Daarna luister ik bijvoorbeeld naar een meditatie die relevante vragen stelt. Ook prikkel ik mezelf om dingen van de andere kant te bekijken en vanuit dat nieuwe perspectief verder te gaan.’
‘Eigenlijk maak ik op zo’n moment in mezelf ook de switch van angst naar liefde. Ik heb het afgelopen jaar een dynamisch jaar meegemaakt. Eén van de overtuigingen die me erdoorheen heeft geholpen, dat is nu zo’n beetje mijn lijfspreuk geworden, is: Laat liefde het laatste woord hebben. In alle ruzies, conflicten en uitdagingen.’
‘Wat trouwens niet wil zeggen dat ik voor de lieve vrede over dingen heenstap hoor. Dat is geen liefde. Vanuit liefde kun je ook boos worden en een krachtige nee ergens tegenover zetten. Zo’n krachtige nee is dan altijd een ja tegen jezelf.’
Ralph: ‘Om weer bij jezelf te komen en liefde, flow of hoe je het dan ook noemt te ervaren, heb je ruimte nodig. Praktisch als in: ruimte in je agenda, maar ook ruimte in jezelf. Pas dan kun je nieuwe verbindingen leggen.’
Anke: ‘Dat ben ik helemaal met je eens. Helaas worden deze momenten van bewust vertragen in onze huidige maatschappij nogal eens wegbezuinigd. Daarom is Mongolië ook zo’n belangrijk onderdeel van de leiderschaps-expeditie, het zet je stil. Het gunt je de ruimte om te voelen wat het betekent om je weer te openen voor het moment. Voor wat er nú is.’
‘Vanuit die ruimte ervaar je de keuze; zet ik mezelf dicht of open ik mezelf? Kies ik voor angst of kies ik voor liefde? En, wat is precies het verschil daartussen? Durf ik, ook als het verschrikkelijk spannend is, open te blijven staan voor anderen. Voor het niet weten én het vertrouwen dat we er samen komen?’
Ralph: ‘Je hebt toch zo’n spreekwoord van Pipi Langkous? ‘Ik heb het nog nooit gedaan, maar ik denk dat ik het wel kan.’ Laten we ervan maken: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, maar samen komen we er wel!’
Anke: ‘Prachtig! Bij deze hebben we samen de slogan voor de Mongoliëreis ontwikkeld.’
Ralph: ‘Samen natuurlijk met jouw: Laat liefde het laatste woord hebben.
Dan is er nog één vraag die interessant is om te stellen: wat is er gebeurd na afloop met een deelnemer na de Mongoliëreis?’
Anke: “Verbinding is er altijd, dat wordt alleen minder voelbaar doordat wij mensen onze laklaag ertussen zetten.”
Anke: ‘Ik denk dat je als pionierend leider nóg moediger doorgaat met pionieren. Met het verschil dat je je nu gesteund voelt door je netwerk gelijkgestemde pioniers van de reis. En dat er iets in je wakker is geworden waardoor je vanaf nu anders naar de wereld kijkt. Je wilt en je kúnt alleen nog maar handelen vanuit dit verrijkende perspectief.’
‘Nu ik dit vertel, denk ik aan wat ik net zei. Dat liefde het laatste woord heeft. Ik kán niet meer anders dan zo leven. Ik denk ook dat uiteindelijk niemand blij wordt van leven in een omgeving van boosheid en afgunst. Het is zo moedig om als eerste een witte vlag op te zetten.’
Ralph: ‘Dat zeg je mooi. Ik heb dat met het besef van leven vanuit ‘samen’ wat de Adelaarjagers me gegeven hebben. Dat heeft me zo diep geraakt, het is onderdeel geworden van wie ik ben. Ik voel dat ik dit plek in mijn leven heb te geven voor mijzelf en de wereld.’
Anke: ‘Dit is denk ik de kracht van de Mongoliëreis. Er is geen reis die je beter laat ervaren wat verbinding is dan deze. De Adelaarjagers hebben geen laklaag, er zit niks tussen. Dus ís er meteen verbinding. Deze ervaring laat je als leider voelen hoe je in verbinding bent, in plaats van dat je verbinding maakt. Verbinding is er namelijk altijd, dat wordt alleen minder voelbaar doordat wij mensen onze laklaag ertussen zetten.’
‘En trouwens, hoe gaaf is het dat je de kans krijgt om samen te leven met één van de oudste stammen ter wereld? Dat is echt dankzij wildernisgids Tamar, zonder haar kom je daar gewoon niet.’
Ralph: “In plaats van een ‘wij weten het beter’, stellen we onszelf de vraag: wat kunnen wij hiervan leren en hoe geven we deze wijsheid door aan anderen?”
Ralph: ‘Jarenlang hebben we gedacht dat wij in het westen de meest slimme mensen zijn die álles voor elkaar hebben. Op technologisch gebied is dir misschienwaar. Maar kijk eens om je heen, zijn mensen gelukkig? Voelen zij zich gesteund? Vergelijk dat met de Adelaarjagers, zij hebben niet veel, maar maken plezier en dragen zorg voor elkaar en hun omgeving. In “leven” zijn zij echt veel beter dan wij!’
‘Daarom is het vertrekpunt van de Mongoliëreis ook anders. We reizen af naar Mongolië vanuit nederigheid. Omdat we inzien dat we heel veel kunnen leren van de manier van leven van de Adelaarjagers. In plaats van een ‘wij weten het beter’, stellen we onszelf de vraag: wat kunnen wij hiervan leren en hoe geven we deze wijsheid door aan anderen?’