‘Goh, je bent wel veranderd zeg!’

Aan ‘veranderen’ kleven vaak negatieve associaties. Waarom eigenlijk? Misschien wel omdat veranderen vaak niet vanzelf gaat. Veranderingen kunnen weerstand en ongemak oproepen. Zowel bij jezelf als bij de ander.

“Goh, je bent wel veranderd zeg!”
Aan ‘veranderen’ kleven vaak negatieve associaties. Waarom eigenlijk? Misschien wel omdat veranderingen vaak niet vanzelf gaan. Ze kunnen weerstand en ongemak oproepen. Zowel bij jezelf als bij de ander.
Verreweg de meeste veranderingen om ons heen gaan volledig vanzelf. Sterker nog; als je kijkt vanuit (onder andere) het boeddhisme, dan wordt zichtbaar dat alles altijd in beweging is. Alles. Altijd. Niets staat stil. Dat is iets wat we lastig onder ogen kunnen en willen zien. We willen dingen vaak hetzelfde houden, vasthouden, controleren. Dat geeft een gevoel van (schijn)veiligheid.  Begrijpelijk en nodig: we zouden te onrustig (kunnen) worden als we zouden zien dat alles om (en in) ons continu in beweging is. De schijnbare stilstand (en schijnbare controle) van veel dingen om ons heen, geeft ons rust. Of schijnbare rust? Is de zucht naar controle niet juist de oorzaak van onze onrust? (wordt vervolgd in een nieuwe blog!).
“Zeker een training gehad?”
Die vraag heb je vast ooit gekregen als je nieuw gedrag vertoonde (en misschien hoor je jezelf de vraag ook soms stellen). Je bent aan het oefenen met nieuw gedrag en dat gaat meestal niet ‘vanzelf’ goed.  En de waarheid is; dat kan (en hoeft) ook niet. Als je het bijvoorbeeld altijd lastig hebt gevonden om feedback te geven, kan dat niet in een keer goed gaan. Vallen en opstaan horen erbij. In onze trainingen stimuleren we deelnemers om actief nieuw gedrag te oefenen. Niet alleen in de veilige setting van een  trainingsbijeenkomst, zodat ze er direct feedback op kunnen krijgen; ook in hun eigen werkcontext. En daar kom je collega’s tegen die geconfronteerd worden met jouw nieuwe gedrag. Daar hoort nou eenmaal bij dat het anders kan gaan dan je je had voorgenomen. Dat het ongemakkelijk voelt.  Dat de ander niet zegt: “Dank voor de feedback, ik ga ermee aan de slag”. Maar: “zeker een training gehad?” Tja, en hoe reageer je dan? Bijvoorbeeld zo: “Ja! Fijn als je me erbij helpt!” Of:” ja, zou je ook eens moeten doen…”
Pianospelen
Ik ben blij dat mijn moeder mij als kind gestimuleerd heeft om pianoles te nemen, pianospelen is voor mij een fijne uitlaatklep. Er nu nog aan beginnen zou iets lastiger zijn. Je kunt niet in één dag leren piano spelen én je kunt het niet leren door er een boek over te lezen. Nieuwe gedragspatronen ontstaan meestal niet vanzelf. Experimenteren, bijschaven, opnieuw proberen; het hoort er bij.
In mijn baan als trainer ondersteun ik anderen in gedragsverandering. En dan het liefst duurzame gedragsverandering. Een trucje leren om feedback te geven is niet zo moeilijk. Maar dan vervliegt het ook weer snel.  Maar eerst naar jezelf kijken wat jou eigenlijk tegenhoudt om het te doen, onderzoeken wat je er nu echt mee wil bereiken: dat onderzoek duurt wat langer en kan confronterend zijn, maar helpt om een meer gefundeerde keuze te maken en het gedrag ook echt (duurzaam) te veranderen.
Accepteren
Gelukkig hoeven we niet alles te veranderen. Zijn er een hoop automatismen die effectief zijn en die we lekker kunnen laten. En zelfs het gedrag bij onszelf (of de ander) waar we wél last van hebben, hoeven we niet totaal te veranderen. Maar er wel last van hebben en niets doen: dat is zonde. Dan is er altijd nog de weg van acceptatie.
Zoals Franciscus van Assisi al bijna 800(!) jaar geleden schreef: “Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te zien”

Verreweg de meeste veranderingen om ons heen gaan volledig vanzelf. Sterker nog; als je kijkt vanuit (onder andere) het boeddhisme, dan wordt zichtbaar dat alles altijd in beweging is. Alles. Altijd. Niets staat stil. Dat is iets wat we lastig onder ogen kunnen en willen zien. We willen dingen vaak hetzelfde houden, vasthouden, controleren. Dat geeft een gevoel van (schijn)veiligheid. Begrijpelijk en nodig: we zouden te onrustig (kunnen) worden als we zouden zien dat alles om (en in) ons continu in beweging is. De schijnbare stilstand (en schijnbare controle) van veel dingen om ons heen, geeft ons rust. Of schijnbare rust? Is de zucht naar controle niet juist de oorzaak van onze onrust?

“Zeker een training gehad?”

Die vraag heb je vast ooit gekregen als je nieuw gedrag vertoonde (en misschien hoor je jezelf de vraag ook soms stellen). Je bent aan het oefenen met nieuw gedrag en dat gaat meestal niet ‘vanzelf’ goed.  En de waarheid is; dat kan (en hoeft) ook niet.

Als je het bijvoorbeeld altijd lastig hebt gevonden om feedback te geven, kan dat niet in een keer goed gaan. Vallen en opstaan horen erbij. In onze trainingen stimuleren we deelnemers om actief nieuw gedrag te oefenen. Niet alleen in de veilige setting van een trainingsbijeenkomst, zodat ze er direct feedback op kunnen krijgen; ook in hun eigen werkcontext. En daar kom je collega’s tegen die geconfronteerd worden met jouw nieuwe gedrag. Daar hoort nou eenmaal bij dat het anders kan gaan dan je je had voorgenomen. Dat het ongemakkelijk voelt. Dat de ander niet zegt: “Dank voor de feedback, ik ga ermee aan de slag”. Maar: “zeker een training gehad?” Tja, en hoe reageer je dan? Bijvoorbeeld zo: “Ja! Fijn als je me erbij helpt!” Of:” ja, zou je ook eens moeten doen…”

Pianospelen

Ik ben blij dat mijn moeder mij als kind gestimuleerd heeft om pianoles te nemen, pianospelen is voor mij een fijne uitlaatklep. Er nu nog aan beginnen zou iets lastiger zijn. Je kunt niet in één dag leren piano spelen én je kunt het niet leren door er een boek over te lezen. Nieuwe gedragspatronen ontstaan meestal niet vanzelf. Experimenteren, bijschaven, opnieuw proberen; het hoort erbij. In mijn baan als trainer ondersteun ik anderen in gedragsverandering. En dan het liefst duurzame gedragsverandering. Een trucje leren om feedback te geven is niet zo moeilijk. Maar dan vervliegt het ook weer snel. Maar eerst naar jezelf kijken wat jou eigenlijk tegenhoudt om het te doen, onderzoeken wat je er nu echt mee wil bereiken: dat onderzoek duurt wat langer en kan confronterend zijn, maar helpt om een meer gefundeerde keuze te maken en het gedrag ook echt (duurzaam) te veranderen.

Accepteren

Gelukkig hoeven we niet alles te veranderen. Zijn er een hoop automatismen die effectief zijn en die we lekker kunnen laten. En zelfs het gedrag bij onszelf (of de ander) waar we wél last van hebben, hoeven we niet totaal te veranderen. Maar er wel last van hebben en niets doen: dat is zonde. Dan is er altijd nog de weg van acceptatie. Zoals Franciscus van Assisi al bijna 800(!) jaar geleden schreef: “Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te zien.”


Nieuwsgierig naar de trainingen die Joris geeft én die met duurzame gedragsverandering te maken hebben? Kijk dan voor meer informatie naar de KIM (voor leidinggevenden) en de KIM NL (KIM voor niet leidinggevenden).