Doen wat je echt wilt

‘Doen wat je wil, en willen wat je doet.’ Het is zo’n slogan die je op een kaartje aan de muur hangt op je slaapkamer, in de wc. Of je zet het met mooie, hippe letters op een letterbord in je huiskamer. En dan maar hopen dat het je toekomt. Dat je je iedere dag een beetje zo kan voelen. Maar hoe leuk een spreuk in je huiskamer of je wc ook staat, het is daarmee nog geen werkelijkheid. Hooguit een verlangen of levensmotto. Wat natuurlijk ook mooi kan zijn. Maar voor het echt mooie, is het niet zo simpel als het lijkt. Voor het echte mooie, heb je heel eerlijk te zijn naar jezelf. En dat gaat gepaard met angst en pijn. Angst voor verlies, angst voor falen, angst om er niet meer toe te doen.

Straight to the point
Eind vorig jaar heb ik vele gesprekken gehad met mijn manager. Over dat ik mezelf meer waard vond, welke bijdrage ik leverde aan de organisatie en straight to the point: dat ik meer salaris wilde. Ik heb hoog gesprongen, laag gesprongen. Ik ben boos geweest, verward en verdrietig. En het waren ergens ook mooie, verhelderende en oprechte gesprekken. Maar het antwoord bleef nee.
Grijp het vast
En dan? Los van wie er gelijk had, wierp het me terug op mezelf. Ik wandelde, praatte erover, schreef mijn gedachten op, greep het vast en liet het los. Wil ik deze baan nog wel? Voor deze baan ben ik bijna iedere week twee nachten van huis, met twee kinderen van onder de vijf jaar. En, het is mijn droombaan, voor mij een baan van betekenis. Ik vind het ‘t mooiste vak dat er is, mensen kunnen zien voor wat ze zijn en ze een stap verder helpen in waar ze naartoe willen als leidinggevende en als mens.
Voelen
Door echt mezelf toe te staan te vertragen, de angst en de pijn te voelen, ontdekte ik dat mijn wens om meer te verdienen, niet alleen te maken had met meer bestedingsruimte willen (nu en sparen voor later) en waardering krijgen, maar ook dat ik ergens in een achterliggende kronkel hoopte minder te kunnen gaan werken als ik meer zou verdienen. Om meer met mijn kinderen te kunnen zijn, nu ze nog zo lief en klein zijn. Omdat het voor mij belangrijk is om naast mijn innerlijke drive en ambitie, ook eens rustiger aan te doen, stil te staan bij wat ik heb, hoe ik leef en wat me dat waard is. Er echt mee te zijn. En ik zal je eerlijk zeggen, dat mijn ik ballen samenknijp (als ik ze had) terwijl ik dit opschrijf. Want wat als de grote eindbaas dit leest. Dan leest hij: moedergans, stilstand, op haar retour, terug in haar hok. Dan halen de nieuwelingen je in. Dan leer je niks meer. Zegt mijn angstige ik. Die ik die altijd zorgde dat ik de beste van de klas was, nimmer faalde, immer toelatingstoetsen doorstond, want dat bestond ik, werd ik gezien, toch?
Betekenis
Maar wat als ik straks 80 ben, zoals mijn vader nu is? En ik kijk terug op een hard werkend leven, zo’n beetje zoals hij nu doet. En dan pas stilsta bij hoe ik echt wil leven. Terwijl dat leven nu is. Voor mijn neus rondrent, op een manier die ik vroeger zelf zo heb gemist.
Doen wat je wil en willen wat je doet. Dat kreeg ineens een heel veel diepere betekenis voor mij. Dus ik heb mijn ballen bij elkaar geraapt, en mijn manager gezegd, dat ik minder wil werken. En dat betekent dus nog minder verdienen. En dat betekent mijn ego laten vieren. Het betekent dat ik op dit moment wil wat ik doe, namelijk dit werk èn meer tijd doorbrengen met mijn kinderen. Hij begreep het, en ging akkoord.
En het gekke is, hoe meer je zorgt dat je ondanks je angst, doet wat je wil, je ook veel beter weet wat je wil. En dat doet. Zo heb ik inmiddels mijn vader, die altijd in symbiose met zijn tweede vrouw verkeerd, gevraagd of hij samen met mij, alleen, uiteten wil. Om te praten over vroeger. En ga ik met het allerliefste dat ik heb, mijn angsten trotseren om deze zomer een verre reis te maken van ons spaargeld. Het leven is nu. Niet later. En dan te bedenken dat ik alleen de spreuk ‘But first coffee’ boven mijn koffiezetapparaat heb hangen thuis.
Dus. Doe jij wat je wil en wil jij wat je doet?

Straight to the point

Eind vorig jaar heb ik vele gesprekken gehad met mijn manager. Over dat ik mezelf meer waard vond, welke bijdrage ik leverde aan de organisatie en straight to the point: dat ik meer salaris wilde. Ik heb hoog gesprongen, laag gesprongen. Ik ben boos geweest, verward en verdrietig. En het waren ergens ook mooie, verhelderende en oprechte gesprekken. Maar het antwoord bleef nee.

Grijp het vast

En dan? Los van wie er gelijk had, wierp het me terug op mezelf. Ik wandelde, praatte erover, schreef mijn gedachten op, greep het vast en liet het los. Wil ik deze baan nog wel? Voor deze baan ben ik bijna iedere week twee nachten van huis, met twee kinderen van onder de vijf jaar. En, het is mijn droombaan, voor mij een baan van betekenis. Ik vind het ‘t mooiste vak dat er is, mensen zien voor wie ze zijn en ze een stap verder helpen in waar ze naartoe willen als leidinggevende en als mens.

Voelen

Door echt mezelf toe te staan te vertragen, de angst en de pijn te voelen, ontdekte ik dat mijn wens om meer te verdienen, niet alleen te maken had met meer bestedingsruimte willen (nu en sparen voor later) en waardering krijgen, maar ook dat ik ergens in een achterliggende kronkel hoopte minder te kunnen gaan werken als ik meer zou verdienen. Om meer met mijn kinderen te kunnen zijn, nu ze nog zo lief en klein zijn. Omdat het voor mij belangrijk is om naast mijn innerlijke drive en ambitie, ook eens rustiger aan te doen, stil te staan bij wat ik heb, hoe ik leef en wat me dat waard is. Er echt mee te zijn. En ik zal je eerlijk zeggen, dat ik mijn ballen samenknijp (als ik ze had) terwijl ik dit opschrijf. Want wat als de grote eindbaas dit leest. Dan leest hij: moedergans, stilstand, op haar retour, terug in haar hok. Dan halen de nieuwelingen je in. Dan leer je niks meer. Zegt mijn angstige ik. Die “ik” die altijd zorgde dat ik de beste van de klas was, nimmer faalde, immer toelatingstoetsen doorstond, want dan bestond ik, werd ik gezien, toch?

Betekenis

Maar wat als ik straks 80 ben, zoals mijn vader nu is? En ik kijk terug op een hard werkend leven, zo’n beetje zoals hij nu doet. En dan pas stilsta bij hoe ik echt wil leven. Terwijl dat leven nu is. Voor mijn neus rondrent, op een manier die ik vroeger zelf zo heb gemist.

Doen wat je wil en willen wat je doet. Dat kreeg ineens een heel veel diepere betekenis voor mij. Dus ik heb mijn ballen bij elkaar geraapt, en mijn manager gezegd, dat ik minder wil werken. En dat betekent dus nog minder verdienen. En dat betekent mijn ego laten vieren. Het betekent dat ik op dit moment wil wat ik doe, namelijk dit werk èn meer tijd doorbrengen met mijn kinderen. Hij begreep het, en ging akkoord.

En het gekke is, hoe meer je zorgt dat je ondanks je angst, doet wat je wil, je ook veel beter weet wat je wil. En dat doet. Zo heb ik inmiddels mijn vader, die altijd in symbiose met zijn tweede vrouw verkeert, gevraagd of hij samen met mij, alleen, uiteten wil. Om te praten over vroeger. En ga ik met het allerliefste dat ik heb, mijn angsten trotseren om deze zomer een verre reis te maken van ons spaargeld. Het leven is nu. Niet later. En dan te bedenken dat ik alleen de spreuk ‘But first coffee’ boven mijn koffiezetapparaat heb hangen thuis.

Dus. Doe jij wat je wil en wil jij wat je doet? 

Noot van de redactie: Ben jij op zoek naar het antwoord op de vraag ‘Doe jij wat je wil en wil jij wat je doet?’ dan is de training De Kern misschien iets voor jou.