Jezelf zijn: wat is dat?
Een goede reclameboodschap blijft hangen. Eentje die voor mij in deze categorie valt is de commercial van een verzekeringsmaatschappij. De pointe daarvan luidt: als je maar lang genoeg gewoon blijft, word je vanzelf bijzonder. De boodschap is wat ambigu, maar prikkelt wel tot nadenken. Het roept vragen op als ‘Wat is dan gewoon?’ en ‘Wanneer ben je dan bijzonder?’. Het raakt aan een verlangen om gekend te worden voor wie je bent en dus jezelf te kunnen zijn.
En dat is vaak ingewikkelder dan het op het eerste gezicht lijkt. Dat blijkt ook wel uit het feit dat deelnemers aan mijn trainingen die als leerdoel hebben ‘meer mezelf zijn’ geen uitzondering vormen. Tel daarbij op alle afgeleide leerdoelen zoals ‘mezelf profileren’, ‘conflicten aangaan’, ‘omgaan met dominante mensen’, ‘ruimte innemen en zichtbaar zijn’ en wellicht zelfs ‘helder communiceren’, en je hebt een breed pallet aan mensen die in meerdere of mindere mate op zoek zijn naar een manier om zichzelf te zijn. Maar wat is dat eigenlijk? Wanneer ben ik echt mezelf? De vraag stellen is één. De vraag beantwoorden is twee. Ik doe graag een poging.
Uitdrukken en aanpassen
Elk mens beschikt over een tweetal vermogens. Enerzijds het vermogen zichzelf uit te drukken en anderzijds het vermogen zichzelf aan te passen. Beide vermogens zijn van belang om tot een antwoord te komen. Het vermogen om mijzelf uit te drukken gaat over mijzelf kenbaar maken in wat voor mij belangrijk is. Waarden als liefde, veiligheid, zorgzaamheid, openheid, betrouwbaarheid en integriteit zijn voor mij wezenlijk. Dit betekent echter niet dat ik deze waarden altijd en overal trouw ben.
Er zijn situaties waarin ik er al dan niet bewust voor kies om mezelf aan te passen aan bepaalde omstandigheden en/of anderen. Soms ben ik bang voor afwijzing. Soms wil ik niet in gedoe terechtkomen. Soms pas ik mijzelf heel bewust aan om een ander niet in verlegenheid te brengen. Oftewel, het vermogen om mijzelf uit te drukken én het vermogen mijzelf aan te passen zijn voortdurend met elkaar in interactie. Die wisselwerking vindt over het algemeen volstrekt onbewust plaats. En gelukkig maar, denk ik dan. Ik zou gek worden als ik mij van elke interne interactie bewust zou zijn.
Wisselwerking
Maar als er ongemak wordt ervaren, is het zinvol om eens wat dieper in te zoomen op die beide vermogens en hun onderlinge wisselwerking. Dus bij situaties die zich met een zekere regelmaat voordoen en die storend zijn. Het zou dan zomaar eens kunnen dat er dan een disbalans is tussen de mate waarin jij jezelf uitdrukt en je jezelf aanpast. De kosten gaan dan de baten te boven. Mijn vrouw vindt bijvoorbeeld dat ik vaak te direct reageer. Als ik geen belang hecht aan de relatie met haar, dan zou ik mij er wellicht van afmaken met de opmerking “that’s me!”
Dat denk ik eerlijk gezegd ook wel eens, maar het effect wat ik soms met mijn directheid (lees: lompheid) op haar heb, gaat mij wel degelijk aan mijn hart. En daarom ben ik bereid om mijzelf in mijn uitingsvorm enigszins aan te passen. En ben ik dan minder mijzelf? Nee, ik ben net zo mijzelf in mijn keuze om mij uit liefde voor haar aan te passen en rekening met haar te houden, als dat ik dat zou zijn, wanneer ik ietwat ongenuanceerd uit de hoek kom. Bij een goede vriendin van ons speelt mijn directheid helemaal geen rol. Met haar kan ik heel direct en vilein communiceren en we hebben daar samen de grootste lol om.
Paradoxaal
Oftewel ‘jezelf zijn’ heeft alles te maken met rollen en verhoudingen. Wij mensen leven niet in een vacuüm. Naast partner en vriend ben ik vader, opa, zoon, broer, trainer/coach et cetera. In al die rollen druk ik mij uit én pas ik mij aan. Op deze manier tracht ik mijzelf te zijn. Om ‘gezond’ te blijven heb ik mijzelf te leiden in het hanteren van beide vermogens. Ik kies er voor om daarin selectief authentiek te zijn. Ik voel de vrijheid om mijn mening te uiten en daarbij tegelijk rekening te houden met de gevoelens en gevoeligheden van anderen.
Voor mij betekent ‘mijzelf zijn’: trouw zijn aan mijzelf in verbinding met anderen. Ik druk mij soms uit door mij aan te passen én ik pas mij soms aan door mijzelf uit te drukken. En ik smul van dit soort paradoxen. Dan weet je dat ook! Dus doe ik maar gewoon, dan ben ik al mijzelf genoeg.