Generatie Y hard getroffen door crisis
door Marieke Grondstra en Aart Bontekoning
Jongeren die wel studeren kiezen vaak niet voor de meest kansrijke of best passende opleiding. Het aanbod is onoverzichtelijk groot en wat door de opleiding naar buiten wordt gepresenteerd komt vaak nauwelijks overeen met de daadwerkelijke invulling van de studie. Veel ROC’s richten zich op het binnenhalen van zoveel mogelijk leerlingen. De slagingskans van leerlingen op de arbeidsmarkt lijkt ze niet veel te interesseren. Er zijn veel ‘populaire’ opleidingen met ondermaatse kwaliteit. Dat leidt tot keuzestress, teleurstellingen na een keuze en verspilling van studie-inspanningen. Dat keuzeproces beter organiseren en ondersteunen levert bezuinigingen op en beter passende studieroutes.
De rijksoverheid zorgde met het Actieplan jeugdwerkloosheid voor het intensiever begeleiden van werkloze jongeren naar een baan. Onderdeel hiervan was het ‘School Ex-programma’ waar mbo-instellingen examenkandidaten zonder reëel toekomstbeeld of met minder kans op werk, vlot begeleidde naar een vervolgopleiding met een beter arbeidsmarktperspectief. Jongeren konden ook werkervaring opdoen. Meer dan 12.000 mbo-studenten per jaar profiteerden hiervan. Per 1 januari 2012 werd dit actieplan afgeschaft, terwijl de noodzaak sterk toeneemt. Ook de Wet Investeren in Jongeren (Wet WIJ) is afgeschaft. Wat overblijft is de website ‘ik kan’ waar een aantal werklozen opsommen wat ze allemaal wel niet kunnen: “goed luisteren, houtbewerken, snoeien, kinderen opvoeden” enzovoorts. MBO jongeren worden hier aangespoord om toch echt verder te studeren aangezien ze geen recht meer hebben op een uitkering zoals voorheen. Slik. Nieuwe maatregelen zoals de langstudeerdersboete, die het studenten bijna onmogelijk maakt om een tweede bachelor- of masterstudie te volgen, zorgen ervoor dat studenten wel uitkijken om langer door te studeren. Ook al zouden ze makkelijker een baan kunnen krijgen als ze die studie wel zouden volgen.
De politiek laat zich steeds stelliger uit over de aanpak van de jeugdwerkloosheid: er moet veel meer worden gedaan aan werk creëren, aan werk-leeraanbod voor werkloze jongeren, vergroten van het aantal stageplekken, verbeteren van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de kwaliteit van het onderwijs en we moeten korte metten maken met de discriminatie van allochtone jongeren op de arbeidsmarkt. Kleinere klassen, meer aandacht voor individuele begeleiding en daarmee grotere kans op het behalen van diploma’s. Maar wat komt hier van terecht na de verkiezingen?! In 2009 koos het kabinet voor een gerichte aanpak om jongeren aan het werk te krijgen. Dat werkte en …. werd in 2012 weer afgeschaft.
Ook FNV Jong maakt zich grote zorgen. Op sociale media worden jongeren opgeroepen om te laten zien dat ze maatregelen willen. Daarvoor kunnen ze bijvoorbeeld de hashtag #stopjwl gebruiken. „Deze actie is ook een beetje proof of the pudding”, zegt voorzitter Dennis Wiersma. „Komt de jeugd eindelijk echt in actie? Is er animo voor om dat te doen? Jongeren studeren nu met een hoge schuld af, krijgen geen baan. Als ze die wel krijgen, kunnen ze geen betaalbaar huis vinden en ze raken die baan ook weer makkelijk kwijt. Tijd voor actie dus.”
De steun voor jongeren aan het begin staan van hun carrière valt totaal weg. Het perspectief voor starters is grauw. De toekomst ligt in de handen van generatie Y, maar ze komen niet aan de bak. En de politiek roept steeds meer, maar doet steeds minder voor jongeren.
Het gaat hier over de kinderen van generatie X (geboren tussen 1955 en 1970). Hun ouders zijn nu de leiders in de politiek en in organisaties. Ze hadden zelf in de 70’er jaren ook te maken met hoge werkloosheid en studiestops, ze werden gedwongen zich om te scholen of om werk ver onder hun niveau te doen. Daardoor konden ze niet de vernieuwing brengen die nodig was om de organisaties op natuurlijke wijze te updaten. Uit generatie onderzoek in 1999 en 2007 bleken ze uiteindelijk wel goed te zijn terechtgekomen. Ze waren hoger opgeleid, hadden betere banen en salarissen dan de generatie voor hen in die levensfase. Misschien denkt deze generatie dat het met hun kinderen ook wel los zal lopen. Terwijl er nu echt een wereldwijde crisis gaande is, die dieper grijpt dan die van toen. Y is heel tevreden met generatie X thuis, daar ervaren ze veel hulp en steun. Maar als leiders vinden ze ‘hun’ ouders te afwachtend, te formeel en ook wat te hiërarchisch. Het lijkt erop dat veel van deze leiders, in de politiek en in organisaties, nog gevangen zitten in verouderde gewoontes van de vorige generatie leiders. Terwijl er nieuwe wegen nodig zijn om deze snel toenemende jeugdwerkloosheid op te lossen.
De arbeidstekorten die op dit moment op de loer liggen vanwege het verlaten van het schip door de babyboomers leidt er toe dat de diversiteit op de arbeidsvloer alleen maar afneemt. Generatie Y komt niet aan de bak en de babyboomers gaan langzaamaan weg. Dan heb je dus nog maar twee werkende generaties over: de Pragmaten (1970-1985) en generatie X (1955-1970). Een organisatie heeft de vernieuwingsimpulsen van alle generaties nodig om vitaal en ‘bij de tijd’ te blijven. Geen wonder dat veel organisaties in het slop zitten of blijven hangen bij het oude. Ze missen de innovatie die de nieuwste generatie Y van nature met zich mee brengt. Verouderde gewoontes zijn niet gezond voor mensen en dus organisaties: ze nemen energie weg in plaats van dat ze energie opwekken. Een organisatie die te lang doorgaat met verouderde gewoontes krijgt iets doods, het levendige verdwijnt. Als een bedrijf zijn gewoontes niet ververst, verouderen de manieren van leiden, samenwerken en produceren of diensten verlenen. Zo krijgt het bedrijf steeds minder klanten en willen steeds minder jonge energieke mensen daar werken. Het bedrijf verliest zijn vitaliteit en gaat langzaam, energetisch en economisch, dood.
Kortom, de jeugdwerkloosheid is niet alleen een probleem van de jeugd. Sociale systemen als organisaties missen de sociale evolutie, de vernieuwing die generatie Y met zich meebrengt. De collectieve talent ontwikkeling van de organisatie blijft hangen en daarmee ook de vernieuwing van de organisatiecultuur. Hoogste tijd dus om samen aan de slag te gaan!