Drie stadia om als volwassenen te ontwikkelen

Jij dacht dat je met je stemrecht klaar was met volwassen worden? Nou, dacht ’t dus niet. Er is meer nodig om als volwassen persoon door het leven te gaan, dan wachten tot je een leeftijd hebt om te mogen stemmen. Er is altijd ruimte voor ontwikkeling zeg maar. Ook in het volwassen leven. Zelfs, of juist met name, als je al weet hoe je wél volgens huidig geldende sociale normen hebt te gedragen.

Robert Kegan heeft daar een mooi model voor ontwikkeld. Het is gebaseerd op hoe wij als volwassenen het verschil kunnen duiden tussen subject en object. Een subject is iets wat we (denken te) zijn. En een object hebben we.

Het idee is dat we kunnen leren om in bepaalde mate zaken in ons leven te objectiveren en daardoor minder drama hoeven te ervaren. Zo was je vroeger wellicht erg geïdentificeerd met je voetbalclub terwijl je nu, jaren later, dat meer ziet als een referentiekader waarin je ‘geboren’ was. Je zat er toen ín en nu kan je er met enige afstand naar kijken. Je bént niet meer zozeer je overtuigingen of gevoelens of emoties, je hébt ze. Die vaardigheid van reflectie brengt meer mildheid, wijsheid en maakt je, tja, volwassener. De mate van dat kunnen objectiveren beschrijft Kegan in een aantal stadia waarvan ik er drie met je wil delen.

Het gesocialiseerde stadium (stadium 3)

Aan het einde van dit stadium weten we ons te gedragen volgens de norm. We nemen datgene wat anderen van ons vinden als referentiepunt en passen dat op onszelf toe: ‘Men vind mij bot, dus ik ben bot.’ De relatie met de ander (botheid) is dus een subject (= iets wat je bent) en geen object (iets wat je hebt). Zo voldoen wij aan de verwachting van onze omgeving. Niet alleen omdat we bang zijn voor represailles, maar ook omdat we het belangrijk vinden anderen bijvoorbeeld niet te kwetsen.

Het zelf autoriserende stadium (stadium 4)

Aan het einde van dit stadium zijn we in staat een persoonlijke ideologie of eigen persoonlijkheid te creëren. We kunnen de verwachtingen die we waarnemen in het vorige stadium objectiveren. Daarmee kunnen we ons onafhankelijker en assertiever opstellen ten opzichte van die verwachtingen en onze eigen pad in het leven kiezen. Object is de relatie. Subject is de eigen persoonlijkheid.

Het stadium van inter-connectie (stadium 5)

Nu wordt ‘t effe lastig: Aan het eind van dit stadium zijn we niet meer gehecht aan ons zelfbeeld of onze persoonlijkheid en zien we in, dat ook dát een constant veranderend concept is. We kunnen als het ware onze persoonlijkheid minder serieus nemen en de paradoxen die daarin zitten doorzien en verdragen. We zijn dus niet onze persoonlijkheid maar we hebben er op dat moment eentje: object. Het subject is alleen nog maar ‘het zijn’. Zo zijn we in staat om in de constante verandering van het leven onszelf steeds weer uit te vinden zonder dat we gevangen zitten in de ideeën die we over onszelf hebben en kunnen we de complexiteit van het leven doorzien en ten goede veranderen.

En nu?

Weet dat Kegan zegt dat heel veel mensen zich scharen onder een te hoog stadium. We overschatten onszelf stelselmatig. Verder is het goed om te weten dat van 3 naar 4 naar 5 ontwikkelen pas na je 40e plaatsvindt. Weet ook dat slechts 1% van de mensen daadwerkelijk in stadium 5 zit.

Maar ik wil je met een belangrijk idee achterlaten met deze blog. Kegan heeft namelijk een prikkelende vraag. We zijn met steeds meer mensen op de aarde. We worden veel ouder dan slechts een generatie terug. We maken de aarde stelselmatig stuk en de problemen lijken ook steeds complexer te worden. We zijn niet meer in staat om die complexe problemen vanuit het 3e of 4e stadium echt op te lossen.

Zijn we gedoemd om vanuit het individualisme in het 4e stadium ten onder te gaan aan ons succes als een soort? Of zou het zou kunnen zijn dat wij als mensheid zo oud worden, omdat we de tijd nodig hebben om naar dat 5e niveau te groeien? En vanuit dat ontwikkelstadium de wereld echt liefdevoller te kunnen achterlaten?