Wat is assertiviteit?

In de SIG is er sprake van assertief gedrag als onderstaande gedragingen vaak voorkomen, zonder dat je al teveel spanning ervaart. Het model zet de spanning en de frequentie tegen elkaar af. Het gaat hierbij om:

  • uiten van negatieve gevoelens
  • uiten van positieve gevoelens
  • uiten van onzekerheid
  • jezelf kenbaar maken

Het is prettig om alle gedragingen vrijelijk te kunnen en durven uiten, zonder te veel spanning en met regelmaat. Een hoge spanning weerhoudt je er namelijk van om functioneel gedrag te vertonen. Een lage frequentie duidt op een onvoldoende profilering van jezelf.
Een hoge score op spanning wil nog niet zeggen dat anderen deze spanning ook daadwerkelijk waarnemen. Het is vaak een intern proces. Zo kan je assertief lijken maar het eigenlijk niet zijn.

De vier gedragingen

1 – Uiten van negatieve gevoelens
Kerngedragingen zijn:
• uiten van kritiek,
• iets weigeren
• ‘nee’ zeggen.

Als je niets durft te weigeren, heb je binnen de kortste keren teveel ‘apen op je schouders’ genomen. Om je tijd effectief te besteden is ‘nee’ zeggen soms onontbeerlijk. Open communicatie houdt onder andere in dat wederzijds feedback wordt gegeven. Het (durven) geven van kritiek hoort daar ook bij. Frequent uiten van negatieve gevoelens, terwijl je de overige assertieve gedragingen weinig vertoont, zorgt ervoor dat mensen niet graag iets voor je zullen doen, men ‘gunt’ je geen succes op de lange duur.

2 – Uiten van positieve gevoelens
Kerngedragingen zijn:
• geven van complimenten,
• waardering uiten en
• laten blijken dat je iemand aardig vindt.

Het tonen van waardering aan anderen is een belangrijk instrument om mensen te motiveren tot het (voor jou) leveren van inspanningen en prestaties. Als je alleen dit gedrag frequent vertoont en de overige gedragingen weinig, bestaat de mogelijkheid dat je overkomt op anderen als slijmerig of dat men je bedoelingen wantrouwt (‘Wil hij/zij wat van me?’).

3 – Uiten van onzekerheid
Kerngedragingen zijn:
• ervoor uitkomen dat je iets niet weet in plaats van de schijn ophouden,
• openstaan voor kritiek en
• hulp vragen bij problemen in plaats van het voortdurend zelf opknappen.

Als je dit gedrag veelvuldig vertoont, terwijl je jezelf verder onvoldoende profileert, is het effect op anderen dat je stuntelig overkomt. Maar altijd de schone schijn ophouden veroorzaakt negatieve spanning, omdat je je presenteert als een ‘alsof’- persoon en hoopt dat anderen er maar niet doorheen prikken.

4 – Jezelf kenbaar maken
Kerngedragingen zijn:
• eigen mening geven,
• opkomen voor jezelf en
• contact leggen.

Deze manier van profilering is onontbeerlijk voor een effectief functioneren. Niet teveel achter je bureau zitten, maar jezelf her en der vertonen, maakt je niet alleen tot een graag, maar ook tot een gezien persoon. Pas door jezelf te laten zien, kun je verwachten meer invloed te krijgen.

Ben jij assertief?

In principe zou je op alle vier de gedragingen een zeer lage spanning moeten hebben en een hoge frequentie. In het algemeen word je daarmee een assertief persoon. Aardig is natuurlijk om te zien welke specifiek gedrag spanning oplevert en wat de frequentie van dat gedrag is.

Om meer begrip en inzicht te krijgen kan je beginnen met jezelf de volgende vragen te stellen:

  • Wat is mijn feitelijk gedrag in situaties, die assertief gedrag vereisen?
  • Hoe leidt dit gedrag tot spanningen en stress in die situaties?
  • Wat is het gewenste gedrag?
  • Welke opvattingen over de situatie weerhouden mij ervan me assertief te uiten?

Hoe fijn zou het zijn om zelf meer grip op je eigen assertiviteit te hebben en te weten aan welke knoppen je kan draaien?!

Download hieronder een oefening (pdf) om je eigen assertiviteit te verhogen!