Over leiders, dienaars en lidmaatschap

In het filmpje waarin mijn collega Joris en ik van gedachten wisselen, bekijken we de beweging die we als mens kunnen maken om vanuit slachtofferschap naar een autonoom mens te ontwikkelen. Dat we vanuit een afhankelijke positie kunnen groeien naar een leider. Daar bedoel ik mee iemand die bereid en bekwaam is het heft in eigen handen te nemen en die regie kan nemen over het leven. Dat kan een hele klus zijn, maar als dat gelukt is, ligt er nog meer moois in het verschiet. Want aangekomen in onze leiderschapsrol vormt dát dan weer een uitnodiging om te groeien van een leider naar een dienaar. Wat dat behelst en inhoudt en hoe dat z’n plek heeft in de jouw ontwikkeling als leider, kan je wellicht beter in het filmpje bekijken. In deze blog zal ik de koppeling maken met wat we daar bespreken en het belang om ergens bij te horen.

Als man, als leider, als mens, als professional maken we allemaal de beweging waarin we niet alleen willen leiden, maar ook willen dienen. Onze kinderen, onze collega’s, familie, de mensen die ons lief zijn. Zo vind ik het heerlijk om te koken voor de ander. Of met interesse door te vragen op waar ze tegenaan lopen in hun leven. Totdat ze helder krijgen wat hun volgende stap kan zijn. Ik kan ervan genieten. Het vervult me. Het maakt me leider door op die manier te dienen.

Leiderschap en lidmaatschap

En als ik niet oppas, isoleert die beweging mij ook. Door ‘altijd’ maar de lead te pakken, te dienen door te leiden, te doorzien en te dragen maak ik mijn beweging vanuit leiderschap. En niet vanuit lidmaatschap. Als ik me te lang en te eenzijdig richt op dat stuk in mij, kan ik alleen nog maar de eenzaamheid ervaren die óók bij leiderschap hoort. An sich hoort dat ook bij die plek. Maar als ik mijn lidmaatschap niet organiseer, loop ik leeg. Daar waar leiderschap vraagt mijn rug te rechten, vraagt het lidmaatschap mijn hoofd te buigen. Als ik mijn lidmaatschap helemaal kan ervaren, voel ik me gedragen, gezien, gerustgesteld in mijn plek in het geheel. Ik moet dan wél aannemen dat ik ‘slechts’ een onderdeel ben van iets groters. En dat is in mijn geval soms wel een dingetje. Voor mij is dat net zoals bij sporten. Ik zie er altijd tegenop. Maar als ik het eenmaal weer gedaan heb, voel ik hoe voedend het voor me is. En dan zeg ik altijd: ‘dat zou ik vaker moeten doen’.

Deel van een geheel zijn

Lid zijn van een groter geheel is voor velen een uitdaging. Isolatie, het gevoel afgesloten te zijn van iets groters dan onszelf. Vaak is het een bron van uitputting en burn-out. Maar we zijn allemaal geboren. We komen allemaal ergens vandaan. Ik heb zelf het grote geluk dat ik uit een rijke en liefdevolle familiegeschiedenis ben ontsproten en dat ik ben opgegroeid met verhalen van ooms en tantes over Indië, waarin veel van de magie van het land van toen nog steeds levend werd gehouden in de manier hoe we met elkaar omgaan. Met veel eten en gezelligheid. Maar zoals velen weten is die geschiedenis ook doorspekt met veel onbesproken leed en niet-gelaten tranen. Toegedekt en regelmatig met stille wrok gedragen.

Het is aan mij om daarvoor mijn hoofd te buigen. Erkennen dat het zo was en zo voor een groot gedeelte nog steeds is. Niet om er niks aan te doen. Maar omdat het me in staat stelt het leven wat ik kreeg van degenen die mij voorgingen aan te nemen. Daarmee heb ik me gevoegd in een groter geheel. En voedt het mij om later weer mijn rug te kunnen rechten en Leiderschap te tonen vanuit een groter weten. Een weten dat me wijst wat ik hier op deze aarde te doen heb. Voor mijzelf en de mensen om me heen.


Wil je meer inhoudelijke en inspirerende blogs lezen? Kijk dan eens op onze inspiratiepagina.