Alleen met onszelf in verbinding met de ander

Ik had een ongeïnteresseerde deelnemer van een assessment van de week. Tenminste dat dacht ik. Deze keer denk ik dat ík meer uit het assessment heb gehaald dan hij.

Het betrof een wiskundige die voor een ontwikkel assessment op ging om zijn leidinggevende kwaliteiten helder te krijgen en zijn ontwikkelpunten op te tekenen.

Stil

Het was een wat tengere man van in de 50, grijze slapen, bril, tweed vestje en een wat formele en afstandelijke manier van handelen. Ten minste, dat was mijn eerste indruk van hem. In het simulatie gedeelte van het assessment kwam hij afstandelijk, traag en erg ‘in z’n hoofd’ op mij over. Met weinig sympathie. Niet zozeer agressief of aanstootgevend, maar niet in contact met hoe ik me voel of waar ik mee zit als tegenspeler in de simulatie. Elke keer als ik wat zei vanuit mijn rol als tegenspeler waarin ik hem uitdaagde om mij aan te spreken op ongewenst gedrag, bleef het seconden lang stil. Alsof hij niet met mij in gesprek was maar met zichzelf en met zijn eigen gedachten bezig was in plaats van met mijn frustraties (in mijn rol) of behoeften als zijn medewerker.

Niets is wat het lijkt

In de feedbackronde gaf ik hem dat dan ook terug. En vroeg hem of hij het herkende dat hij met name met zijn eigen gedachten in de weer was in plaats van met mij als zijn medewerker die hij diende te motiveren. Hij bevestigde dat. Maar niet zoals ik dat verwacht had. Ik dacht namelijk dat hij alleen maar bezig was met de oplossing van de inhoud van ons gesprek en geen zicht had op of idee had over hoe ik mij als medewerker voelde. Niets bleek minder waar.

Hij zei me dat elke keer als ik een uitdagende opmerking maakte, omdat ik als tegenspeler vanuit frustratie iets lulligs zei, hij eerst bij zich zelf te rade ging. ‘Hoe bedoel je?’ vroeg ik. ‘Ik ga eerst bij mezelf te rade wat er in mij geraakt wordt dat ik me zo op de kast laat jagen door die uitdagende opmerkingen van jou.’ ‘Daar merkte ik helemaal niets van! Hoe bedoel je?’ zei ik.

‘Ik probeerde bij mezelf na te gaan of er nog iets in mij is wat ook de neiging heeft om iets lulligs terug te zeggen. Ik zou namelijk zo graag veel meer vrede willen vinden in mijzelf dan altijd maar de behoefte voelen de ander te willen overtroeven. Daar heb ik het namelijk wel mee gehad op mijn leeftijd.’

’Oh wauw….’ zei ik, nogal onder de indruk van wat hij vertelde. ‘En?’ vroeg ik. ‘Zit er nog wat van die behoefte?’. Hij knikte nee. ‘Oh wauw….’ zei ik, omdat ik hem geloofde. ‘In dat geval kan ik je nog wel van tips voorzien van hoe je hier effectiever mee kan omgaan.’ zei ik. Er zijn namelijk manieren hoe je dit mooie interne proces wat je beschrijft, tijdens een gesprek met de ander zou kunnen delen. En daardoor meer effect kan sorteren bij jezelf en bij de ander. En zo vervolgden we de sessie met hoe we dat in onze ontwikkelassessment aanpakken.

Spiegel

Waar het mij vooral om gaat en waarom ik zo onder de indruk was, zit ‘m in het feit dat deze man heel goed in de gaten heeft dat wat je ervaart in de interactie met de ander niets met de ander te maken heeft. De ander functioneert slechts als een spiegel van wat jij IN je hebt. Vind je daar boosheid, frustratie, onveiligheid? Of nieuwsgierigheid, compassie, humor? Datgene wat de ander doet of zegt, raakt iets aan IN jou. En DAT maakt dat je voelt wat je voelt. In die zin zijn we eigenlijk altijd alleen met onszelf. De interactie met de ander is dus een uitgelezen plek om over onszelf te leren kennen. En daar waar we willen en kiezen, onszelf te ontwikkelen.