Strijden doet lijden en leiden doet leven

Als assessment adviseur ontmoet ik regelmatig gedreven deelnemers die tijdens het assessment vanuit een soort bewijsdrang de neiging hebben om zich extreem te profileren. Zo zijn er die tijdens het (STARR-)interview de mooiste en meest succesvolle werkervaringen en -resultaten oplepelen. Bij het kritisch doorvragen daarop schieten zij dan soms in een soort verweer (‘ja, maar…’) of vergoelijken zij wat zij te berde hebben gebracht. Vooral tijdens het rollenspel komt het voor dat de uit te voeren opdracht zo letterlijk wordt opgevat, dat de deelnemer bij het uitblijven van concreet resultaat de strijd dreigt aan te gaan. Dan wordt het (gespreks)tempo opgevoerd, vlot een oplossing bedacht en naar een afspraak toegewerkt. Wat mij als psycholoog intrigeert en interesseert is welke onderliggende denk- en gedragspatronen ten grondslag liggen aan ‘het voeren van strijd’ en wat ik zelf doe als ik in zo’n situatie beland.

Winnen (gelijk krijgen) of verliezen

Bij strijd ben je bezig om van de ander te winnen, jouw gelijk te halen of om de schade te beperken. Om de angst voor controleverlies te beteugelen, trekken deelnemers in het gesprek de regie nog meer naar zich toe of laten zij andere gedragingen van strijd (bijvoorbeeld negeren, vooroordelen uiten, beschuldigen, pleasen of bagatelliseren) zien. Vaak zijn zij zich dan niet bewust van het feit dat zij een soort gevecht met zichzelf en met de ander aan het voeren zijn. Zij zijn dan zijn zo bezig met de logica van hun eigen gedachte/redenering dat zij onvoldoende zicht hebben op wat er in het gesprek op dat moment op meta- of relatieniveau plaatsvindt. Hierdoor onthouden zij zichzelf de mogelijkheid om in het gesprek rapport op te bouwen en echt contact met de ander te maken.

Vechten, vluchten of bevriezen

Bij het aangaan van de strijd lijkt het alsof iemand met zelfvertrouwen de ander tegemoet treedt, maar dat is meestal toch niet het geval. Vooral mensen met een perfectionistische inslag kunnen spanning ervaren wanneer zij het gevoel hebben niet conform de door henzelf opgelegde (hoge) lat te hebben gepresteerd. Om met dit gevoel van falen om te gaan, kunnen zij: (a) nog harder gaan werken en op inhoud de discussie met de ander aangaan (vechten); (b) de confrontatie met de ander uit de weg gaan (vluchten) of (c) blokkeren en stil vallen (bevriezen). Als Mr. Nice Guy en perfectionist herken ik soms nog wel de innerlijke strijd die ik met en in mijzelf voer wanneer ik het in een meeting met collega’s even niet weet. Wat ik heb geleerd, is om langs de angst van falen te gaan en om dit in het gesprek te benoemen.

Bewustwording, moed en zelfvertrouwen

De eerste stap tot (gedrags)verandering is het (zelf)bewust worden van je eigen weerstand wanneer je (innerlijke) strijd ervaart of aangaat. Vervolgens heb je dus ook nog ruimte nodig om een afweging te maken. Wat vind ik er eigenlijk van dat ik in die innerlijke strijd terecht kom? Wil ik dat? Waar komt dat vandaan. En als laatste stap vraagt dit proces ook het nodige lef en het zelfvertrouwen om de beslissing te nemen om jouw invloed aan te wenden om de strijd te stoppen en het te behalen doel én de controle wat meer los te laten. Om jouw oordeel uit te stellen, de dialoog aan te gaan en vanuit echt contact en oprechte interesse de ander te willen begrijpen (‘Waarom doe je zoals je doet?’). Om, zoals we dat noemen, nieuw en creatief gedrag te vertonen. Waardoor je vanuit zelfregie en eigenaarschap meer leiderschap kan nemen en zodoende daadwerkelijk het verschil kan maken. Bij Van Harte & Lingsma zijn wij hier in onze trainingen en assessments dagelijks mee bezig.