Het maakt je niets uit hè!?

Mijn zoon zit in zijn eindexamentijd. Al dagen is hij, met een hyperfocus, hard aan het werk om zich voor te bereiden op de laatste stap van zijn middelbare-schoolcarrière. Ons huis is bezaaid met kleren, afgekloven pennen, drie voetballen (vraag me niet hoe die daar komen) en pizzadozen.

Bij thuiskomst had ik mijn zeldzame nu-moet-alles-ff-aan-kant-modus aan staan en nadat ik voor ons had gekookt, aten we samen aan tafel. Alles weer strak en netjes. Dat leert net wat fijner dacht ik zo. Hij vertelde me over hoe hij het allemaal best wel spannend vindt en dat er de nodige paniekerige stormen bij hem langskwamen. Hij heeft de afgelopen tijd knalhard gewerkt en gaat dus met alleen maar voldoendes zijn centraal eindexamen in. Ik reageerde nogal laconiek en keek met een gezicht van ‘Joh, stel je niet aan man’. Met name omdat ik vol vertrouwen zie hoe hij ‘t allemaal heeft aangepakt en supertrots op hem ben. Zijn doorzettingsvermogen en hoe hij elke keer zich bijeen raapt als het tegenzit, is inspirerend en ontroerend tegelijkertijd. Maar ik had ook de intentie om hem te helpen zichzelf niet te verliezen in zijn zelfgemaakte ‘paniek-toestand’.

Relativeren

Ik zag aan zijn houding dat zijn lijf ietwat ontspande en dat hij weer wat kon relativeren. En toch zei hij ‘You don’t care, right?’. Er zat een klein beetje verwijt in z’n stem omdat ik niet meehuilde met zijn interne paniekwolven. Maar ik hoorde er ook een vraag naar ondertiteling van mijn houding in. Zo van ‘Je meent het toch wel goed met me?’ Ik zei iets in de trant van ‘Ik kan me mijn examenperiode ook nog zo voor de geest halen. Er hing voor m’n gevoel zoveel van af. En het kon me best wel naar de keel grijpen. Maar het hielp me wel om te bedenken dat duizenden kinderen dit elk jaar ook doen. En dan te bedenken dat jij er zo goed voor staat. Je bent gewoon lekker bezig man.’

En zo leerde ik weer, in zo’n klein gesprekje aan de eettafel, hoe nauw het luistert als ik de ander wil geruststellen. Wanneer veer je zacht en liefdevol mee met de emoties van de ander? En wanneer leg je net wat meer stevigheid in de schaal?

Dilemma’s

In het begeleiden van mensen in mijn assessmentwerk of bij training en coaching, is dat soms ook een dun lijntje. Veel van onze deelnemers zijn te lang, te veel en te vaak in de overdrive, waarmee er soms schrijnende dilemma’s ter sprake komen. Jonge ouders bijvoorbeeld, die zoveel werkdruk te verstouwen hebben en daarmee inleveren op de kwaliteit van hun gezinsleven. Een baas die vindt dat iets anders moet en dat de klant meteen aandacht nodig heeft, een brand geblust moet worden of een andere crisis beslecht moet worden, waardoor zij als vanzelf meteen in de doe-stand geraken.

Als we meer zicht krijgen op waar die instant reactie, van de baas het zo spoedig mogelijk naar de zin te maken, vandaan komt, ontstaat er vaak meer ruimte om naar gedragsalternatieven te zoeken en daarmee te oefenen. Nee zeggen bijvoorbeeld.

Patronen

Maar al te vaak blijkt dat we eigenlijk patronen van hoe we thuis gewend waren te voldoen aan eisen die ons werden opgelegd (of dachten dat we die opgelegd kregen), te herhalen in de tegenwoordige tijd. We dragen die eerste beweging van toen over op het hier en nu. En voordat we het weten zijn we niet een volwassene die verstandige keuzes maakt over wat wel en niet gezond is in het werk, maar een klein kind het dat graag heel goed wil doen voor pappa of mamma.

Maar tot dat inzicht komen, vraagt een gezamenlijke zoektocht. Die gepaard gaat met stevige en onomwonden feedback in de stijl van ‘Stel je niet aan!’ Maar eigenlijk vaker, zo leer ik steeds meer, met compassie. Zoals ‘Jeetje wat heb je veel support moeten missen.’

En nu maar hopen dat mijn zoon zich gedragen weet en dat havodiploma inkopt!

Benieuwd naar onze Persoonsgerichte Assessments? Lees verder.