Charisma en authenticiteit: de paradox van uitstraling en onvermogen

Ik werd aangesproken, omdat ik zou terugkomen op hoe ik de vorige blog eindigde. Die ging over de risico’s van charisma bij leiders. En hoe het halo-effect ervoor zorgt dat we neigen mensen met charisma te overschatten als het gaat over de vraag of zij een bepaalde functie aankunnen. Ik maakte een link met een andere term: authenticiteit. Mensen die authentieker zijn, winnen vaak ook aan charisma. De paradox zit erin dat je door meer jezelf te zijn, en dus minder uit de trukendoos hoeft te halen, je meer invloed kan uitoefenen. Je hoeft dus niet eens zozeer iets te dóen maar meer (jezelf) te zíjn.

We komen dan wel van de regen in de drup. Als we onszelf dus niet moeten afvragen hoe we meer charisma moeten kweken, maar hoe we meer onszelf moeten zijn, komen we van de ene naar de andere – zo niet meer onmogelijke – vraag terecht! Namelijk: ‘Hoe word ik meer mezelf?’.

Dat is mijns inziens niet echt mogelijk. Je bént namelijk al jezelf. De hele dag, elke dag. Het kan echter wel zijn dat je emoties hebt waar je je mee identificeert in plaats van dat je die ervaart. Je hébt dus bijvoorbeeld niet de emotie boosheid, maar je bént boos(heid). En deze vergissing maakt dat we het idee hebben niet onszelf te zijn (volg je me nog?). Willen we dus authentieker worden, dan hebben we dus vooral iets níet te doen. We dienen onze vergissing in te zien dat we niet onze emoties zijn, maar dat we die slechts ervaren. Dat maakt het namelijk makkelijker om deze met de ander te delen. En dat is in de regel een eigenschap van authentieke leiders. Ze zeggen wat ze ervaren. Oprecht, eerlijk en soms kwetsbaar en confronterend.

Daarnaast is er een ander perspectief dat kan helpen. Je hoeft namelijk niet alleen te kijken hoé je je al dan niet identificeert met je emoties, je kan je ook afvragen waaróm je dat doet. Zodra we weten waaróm we ons laten triggeren (dat gebeurt namelijk als we ons vereenzelvigen met onze emoties), winnen we aan zelfinzicht. En dat is meer dan alleen een groot goed. Zelfinzicht is namelijk de sleutel tot zelfsturing. En dat leidt weer tot het winnen aan authenticiteit. Als ik snap waarom ik altijd zo de neiging heb de ander te pleasen, te helpen en naar de zin te maken. Laten we zeggen, omdat ik het als kind al haarfijn in de gaten had om de sfeer in huis vooral leuk te houden, omdat er anders weer stront aan de knikker was, dan ben ik nu, als volwassen man en leider in mijn werkcontext, niets anders aan het doen dan mijn kindpatronen aan het herhalen. En bijvoorbeeld helemaal niet met oprechte interesse aan het luisteren naar waar mijn collega tegen aanloopt! Hoe goed ik ook denk mijn best te doen om er voor die collega te zijn. Dat inzicht zal me dus helpen om in te zien dat ik nu kan kiezen. Ik kan nu kiezen om wel of niet mijn aandacht te geven aan die collega. En als ik dan, ondanks dat patroon van toen, tóch kies om er voor die ander te zijn. Dan snap je wel….win ik aan authenticiteit! De oude Grieken hadden hat al in de gaten: “Ken u zelve”.

Zo kunnen we – zoals dat heet – onszelf ophalen om in het hier en nu er helemaal te kunnen zijn. En dat is in essentie toch waar het over gaat als we aan authenticiteit willen winnen. Er zijn.

We hebben onszelf dus in dit leven achteruit te begrijpen, zodat we het vooruit kunnen leven.

En daar helpen we je heel graag bij.